donderdag 21 december 2017

Leuk

'Het moet wel leuk blijven' is een van de uitspraken die ik heel vaak hoor op het spreekuur. We herkennen die uitspraak denk ik allemaal wel. We hebben het zelf misschien ook allemaal weleens uitgesproken. Tijd om er dieper op in te gaan.
 
Diabetes, of toch niet?
Deze week werd het gezegd door een 67-jarige man met verhoogde bloedsuikers. Een pre-diabeet, zoals we dat dan noemen. Met andere woorden, de persoon staat op een soort kantelpunt. Als je op zo’n moment je leefstijl verandert; gezonder eten, minder snoepen, minder alcohol en meer bewegen, dan kun je voorkomen dat je diabetes krijgt. Als je je huidige leefstijl voortzet, dan ontwikkel je diabetes. Kortom, een perfecte timing om in te grijpen.

Hij vertelde dat hij een stevige drinker is. En dat hij zo’n 750 gram kaas per week eet. Dat is een kleine 3000 calorieën per week alleen aan kaas. Ik legde uit dat de aanbevolen hoeveelheid kaas per week 280 gram is. Het zou hem enorm helpen als hij de hoeveelheid kaas zou kunnen halveren. Als je een paar kilo afvalt, verbeteren je bloedsuikers. En toen zei hij dus: “maar het moet wel leuk blijven.”

 
 
Slachtoffer(rol)
Wordt je leven écht minder leuk als je minder kaas eet? Dat is natuurlijk de vraag. Ik denk dat als je het gevoel krijgt dat je iets afgenomen wordt, dat dat zeker het geval is. Neem je een slachtofferrol aan, dan kun je daar in blijven zwelgen. Maar als je het gevoel hebt dat je het heft in eigen hand neemt en jezelf een schouderklopje geeft omdat je nu eigenhandig je gezondheid verbetert, (want hallo! je voorkomt hiermee dat je diabetes krijgt, megaprestatie!) dan denk ik dat je kwaliteit van leven juist verbetert.
 
Hoe je eigen effectiviteit inschat, beoordeelt en inzet, is hierbij dus enorm van belang. De manier waarop je jezelf ziet en je eigen kracht erkent en daar (hopelijk) ook nog eens plezier in krijgt is essentieel. Ik las een artikel over een onderzoek naar glimlachen tijdens inspanning Can Smiling While Exercising Improve Performance? Als fanatiek sporter en sportdiëtist vond ik dat erg leuk om te lezen. En eigenlijk ook heel herkenbaar. Want sporten is ook een voorbeeld van je grenzen verleggen, doorzetten, pijn en vermoeidheid ervaren.
Held
Sporten laat zich omschrijven als het leveren van zware lichamelijke inspanning, vrijwillig opwerpen van hindernissen en obstakels die het lastig maken het doel te bereiken, vrijwillig afzien, pijn lijden en risico’s nemen, veel inspanning leveren tegen geen of weinig materiële vergoeding. Situaties opzoeken die makkelijk tot negatieve emoties leiden: teleurstelling, boosheid, verdriet, angst, onzekerheid. Dat klinkt vreselijk, maar toch is het leuk. Je doet het keer op keer weer. En inderdaad, ook geregeld met een glimlach. De conclusie van de onderzoekers was dat de hele tijd lachen tijdens inspanning veel moeite kost en het ook niet meer oprecht is. Als je af en toe glimlacht en het helemaal oprecht, van binnen uit doet, dan helpt het je om je prestaties te verbeteren.

 Wees niet het slachtoffer maar de held in jouw verhaal. Met een glimlach op je gezicht.

donderdag 7 december 2017

Decemberkilo's


Decemberkilo’s

Zie je het ook al(weer) helemaal gebeuren dat je tijdens de decembermaand een paar kilo aankomt? En dat je dan meteen in januari weer moet gaan afvallen? Goede voornemens enzo? Dat hoeft niet. Tips om met een stabiel gewicht december door te komen.

 

Op de website van Het Voedingscentrum zie ik heel handige tips om decemberkilo’s te voorkomen. Ze hebben er zeven op een rijtje gezet. Het zijn echt fijne praktische adviezen, bekijk ze hier. Ook hebben ze fijne recepten voor kerst.

Op het spreekuur praat ik ook met cliënten over hoe decemberkilo’s voorkomen kunnen worden. Aan het lijstje van het Voedingscentrum wil ik er nog wel een paar toevoegen.



Eet wat je hebt besteld

Als je uit gaat eten, dan kun je kiezen voor magere en gezonde gerechten. Daarover geeft het Voedingscentrum ook tips. Maar heel vaak komen er ook dingen op tafel die je niet hebt besteld. Ook dat kunnen valkuilen zijn. Denk aan een mandje met brood. Elk sneetje stokbrood heeft 30 calorieën. Smeer je er roomboter of kruidenboter op, dan komen er nog eens 45 calorieën bij. Dip je het in olijfolie, weet dan dat elke lepel olie 90 calorieën bevat.

Frietjes, sausjes, alles op tafel wat je niet hebt besteld, wees er zuinig mee. Dat scheelt enorm!

 

Alcohol

Alcohol is calorierijk. En tijdens etentjes of borrels kan het rijkelijk vloeien. Elk glas heeft gemiddeld zo’n 100 calorieën. Het maakt dan weinig verschil of je bier, wijn of sterke drank drinkt. Wel kun je letten op hoe groot het glas is. Een klein wijnglas (100 ml, je schenkt dan 7 glazen uit een fles) bevat minder dan 100 calorieën. Een groot wijnglas (150 ml, je schenkt dan 5 glazen uit een fles) bevat meer dan 100 calorieën. Bedenk je ook dat alcohol het effect heeft dat je nonchalanter wordt. Als je eenmaal bent begonnen is het moeilijker om jezelf te temperen dan wanneer je vooraf bepaalt dat je 1-2 glazen gaat drinken. Laat je niet steeds bijschenken, dan raak je de tel kwijt.

 

Borrelen

Bij borrels op het werk, in je straat, bij familie hoort mogelijk alcohol. Daarover las je al. Maar bij het borrelen komen ook vaak hapjes op tafel. Zit je zelf in de organisatie? Zorg dat dan er ook snackgroenten (evt met gezonde dip) op tafel komen. Ik kan je verzekeren dat er veel meer mensen dan jij alleen daar blij mee zijn. Heb je geen invloed op wat er wordt geserveerd? Ga er niet uitgehongerd naar toe. Dan ga je zeker voor de bijl. Eet overdag voldoende en spreid waar mogelijk je lunch wat verder op de middag uit zodat je niet bij binnenkomst al op de schaal met bitterballen af wilt rennen. Kies bewust en eet bewust zodat je wel in de gaten hebt of je een of vier handjes borrelnoten en zoutjes hebt gegeten.



Twee kerstdagen

Laatste tip: koop niet teveel. Rondom de feestdagen heeft iedereen meer eten en meer lekkers in huis. Als je heel veel koopt, dan is het een verleiding om niet al voor de kerst en dagenlang na de kerst nog allemaal extraatjes en luxeproducten te nemen. Koop afgepast en kook afgepast. Kerst is maar twee dagen, zorg ervoor dat het ook twee feestdagen zijn in plaats van een feestweek. Dat scheelt je zo weer minstens een kilo!

Ik wens jullie alvast fijne feestdagen.

donderdag 23 november 2017

Banaan


“Een banaan is slecht, he? Die moet je niet veel eten, toch?” Bananen hebben van alle soorten fruit misschien wel de slechtste reputatie. Maar is dat wel terecht?

Suikers
Op het spreekuur krijg ik heel vaak de vraag of het wel goed is om banaan te eten. Veel mensen weten dat een banaan meer koolhydraten ofwel suikers bevat dan andere soorten fruit. En dat klopt ook; van de populairste fruitsoorten in Nederland is banaan de calorierijkste. In Nederland eten we het liefst appels, sinaasappels, bananen en mandarijnen. De banaan is het derde meest populaire fruit in Nederland. Nederlanders eten samen jaarlijks ruim 720 miljoen bananen.
Zetmeel

Een banaan is binnen de fruitsoorten een beetje een vreemde eend in de bijt. Hij bevat namelijk zetmeel, in tegenstelling tot andere soorten fruit, die alleen vruchtensuiker ofwel fructose bevatten. Tijdens de rijping wordt zetmeel omgezet in suiker. In onrijpe bananen zit 20 keer zoveel zetmeel als suiker en aan het eind van de rijping is dat omgekeerd waardoor de banaan een zoete smaak krijgt.

Variatie
Fruit heeft veel voordelen voor de gezondheid. Bananen bevatten niet veel vitamine C, maar wel veel voedingsvezel, kalium en zetmeel. Andere soorten fruit hebben weer andere kenmerken en goede eigenschappen waardoor juist jet variëren met fruit een goed idee is. Zo krijg je van alle goeds binnen. Door te kiezen voor fruit wat in het seizoen is, varieer je eigenlijk al op een heel natuurlijke manier. En zo houd je ook nog rekening met duurzaamheid. Een seizoenskalender voor fruit vind je hier: http://www.velt.nu/velt-kalenders/fruitkalender/fruit-maand-maand

Dat de banaan zetmeel bevat en wat meer calorieën dan ander fruit, kan ook een voordeel zijn. Als je een energiedipje hebt, of als je tussendoor honger hebt, dan is het heel fijn om een banaan te kunnen eten. Zodat je zonder te vervallen in extra snoepen, toch door kunt tot de volgende maaltijd.
Banaan en sport

Sporters zijn dol op bananen. Omdat ze veel koolhydraten bevatten, leveren ze een perfecte brandstof om het sporten goed vol te kunnen houden. Je kunt een banaan eten voor het sporten om voldoende brandstof te hebben. Bij sommige sporten waarbij je lang intensief aan het bewegen bent, is het ook heel fijn om je koolhydraten aan te vullen tijdens het sporten. Denk aan wielrenners, duurlopers (halve of hele marathon), voetballers en tennissers tijdens de rust. En na het sporten kun je een banaan gebruiken om je uitgeputte voorraad koolhydraten in je spieren weer aan te vullen. Zo kun je na het sporten toch weer doorgaan met bewegen (bijvoorbeeld daarna naar huis fietsen, of andere lichamelijke inspanningen doen op de dag dat je sport) en ben je fitter voor een volgende training als die er weer heel snel volgt op je laatst geleverde inspanning.

De uitdrukking “I am going bananas” betekent dat je een beetje gek doet, je even lekker dwaas gedraagt. Ik krijg er altijd een glimlach van als ik zoiets hoor.

vrijdag 10 november 2017

Ontbijt


Deze week was het weer Nationaal Schoolontbijt. Er was heel veel over in de media te lezen, en veelal waren de berichtgevingen negatief. Waarom toch?

 

Het Nationaal Schoolontbijt is in 2002 is gestart en is bedoeld om het belang van gezond ontbijten onder de aandacht te brengen bij ouders en kinderen. En hierover in gesprek te kunnen gaan. Dat gesprek kan op school, bij Jeugd GezondheidsZorg (‘de schooldokter’) en natuurlijk thuis. In de loop van de jaren zijn steeds meer kinderen gaan ontbijten. In Utrecht zien we per wijk van de stad grote verschillen in het aantal kinderen dat ontbijt. Ook is te zien dat er verschillen zijn in culturele achtergrond en ontbijtgewoonten.

 

Bijna alle kleuters ontbijten dagelijks

98% van de 5- tot 6-jarigen ontbijt tenminste vijf dagen per week. Kinderen met een Marokkaanse achtergrond ontbijten minder vaak, 91% doet dit dagelijks. Utrechtse kinderen met hoogopgeleide ouders ontbijten vaker minimaal vijf dagen per week, namelijk 99%. In de wijken Overvecht en Zuidwest ontbijten kinderen minder vaak dan gemiddeld in Utrecht.

 

Steeds meer 10- tot 12-jarigen ontbijten

Sinds 2008 is het percentage leerlingen uit groep zeven en acht dat minimaal vijf dagen per week ontbijt toegenomen van 87% naar 95%. Leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart ontbijten vaker regelmatig. Leerlingen met een Surinaamse, Antilliaanse of Arubaanse, Turkse of Marokkaanse achtergrond ontbijten minder vaak. Onder leerlingen met een Turkse achtergrond stijgt het percentage dat regelmatig ontbijt de laatste jaren wel sterk, van 64% in 2009 naar 82% in de huidige meting. Leerlingen uit de wijk Noordwest ontbijten minder vaak. Deze tekst en getallen komen uit de Gezondheidsmonitor.

 

Hagelslag

Over de producten die tijdens het Schoolontbijt op tafel komen, zegt de organisator het volgende: “De eerste edities zat er hagelslag in het ontbijtpakket. Sinds 2014 bieden we basisscholen het beste ontbijtvoorbeeld met een uitgebreid, gezond en gevarieerd pakket volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum. Superlekker, maar zonder hagelslag. Dat levert natuurlijk ook wel eens vragen op. Kamervragen zelfs! Toen er hagelslag in het pakket zat, stelden parlementsleden Kamervragen waarom dat zo was. Het jaar dat we hagelslag uit het pakket haalden, kwamen er Kamervragen over waarom we dat deden. Ach, iedereen tevreden houden is moeilijk!”



Media aandacht

In het NRC lees ik een heel pittig artikel. “Kinderen eten zich ziek met het Schoolontbijt”. Dat het zo ongezond is dat het bijdraagt aan obesitas in de klas. Natuurlijk vind ik het ook heel jammer dat er suikerrijke en bewerkte producten op tafel stonden. Het kan ook zeker gezonder. Maar toch zou de aandacht vooral moeten gaan naar het dagelijks ontbijten thuis, gesprekken over hoe je dat als ouder voor elkaar krijgt; je hele gezin op tijd samen aan tafel en daarna ook nog op tijd op school en op je eigen werk. Het goede voorbeeld geven als ouder. En welke gezondheidswinst je maakt met elke dag een gezond ontbijt. Nu en op lange termijn. Want uiteindelijk is de themaweek toch daarvoor bedoeld.

donderdag 2 november 2017

Vet verbranden


Hoe komt het dat mensen vaak zo graag vet willen verbranden? Waarschijnlijk omdat ze willen afvallen. Maar is vet verbranden eigenlijk wel hetzelfde als afvallen?
 
Het antwoord is nee. Ik lees deze week een stuk van Asker Jeukendrup dat hij al een tijdje geleden schreef (2015). Hij is sportvoedingswetenschapper en schrijft leuke en begrijpelijke stukken over voeding en sport. Hij legt uit hoe het zit met vet verbranden. Zijn artikel lees je hier.

Brandstof
Zelf leg ik het ook vaak uit op het spreekuur, hoe het werkt met onze energieverbranding. We hebben twee belangrijke brandstoffen in onze voeding. De ene brandstof is koolhydraten, de andere brandstof is vetten. Elke dag hebben we gemiddeld zo’n 2000-2500 calorieën per dag nodig en die worden grotendeels geleverd door deze twee brandstoffen. De rest van die calorieën wordt geleverd door bouwstoffen, dat zijn de eiwitten. En eventueel nog een beetje door alcohol.

Opslag
Als je wilt afvallen, dan moet je minder calorieën binnenkrijgen dan je lichaam eigenlijk nodig heeft. Je creëert een negatieve energiebalans. Dan ga je je reserves aanspreken en val je af. De grootste opslag van energie in ons lichaam is in de vorm van vetweefsel. En een beetje vet bevindt zich in onze spieren. Koolhydraten kunnen wij wel in ons lichaam opslaan, maar lang niet zoveel als vetten. De opgeslagen koolhydraten zijn met name in onze spieren. En een beetje in ons bloed (bloedglucose). Als je afvalt, dan wil je het liefst dat de hoeveelheid vet in je lichaam afneemt. Maar dat is dus niet hetzelfde als vet verbranden.

Mate van inspanning
Zoals ik met mijn cliënten op het spreekuur zit en met ze praat, dan is vet de belangrijkste bron van energie die je op dat moment verbruikt. Want als je weinig inspanning levert, dan verbrand je vet. Ook als je opstaat en mijn spreekkamer uitloopt, naar buiten gaat en naar je fiets loopt, ben je nog vooral vet aan het verbranden. Stap je dan op de fiets naar het station en je hebt wind tegen, dan moet je je al wat meer gaan inspannen. Dat is het moment dat je wat meer koolhydraten gaat verbranden. Die koolhydraten zitten in je bloed (glucose) en een groter deel wat je nu gaat gebruiken ligt opgeslagen in je spieren (glycogeen). Precies bedoeld voor situaties als deze: matige inspanning.
Kom je bij het station aan en zie je dat je trein op het punt staat te vertrekken, dan trek je een sprintje om de trein nog te kunnen halen. Op dat moment is de vetverbranding relatief het laagst (25-30%) en ga je vooral bloedglucose en glycogeen verbranden.

Intensief
Bij dat laatste scenario, intensieve inspanning, verbrand je veruit de meeste calorieën. Toch is het aandeel van vet dat je verbrandt klein. Je kunt je voorstellen dat je om een negatieve energiebalans te kunnen krijgen (want dan val je af) dus wél het beste intensief kunt bewegen. En daar tegelijkertijd minder brandstoffen (calorieën) binnenkrijgen met voeding. Vet verbranden heeft in je dagelijks leven dus verrassend weinig met afvallen te maken. Had je niet gedacht, he?!

donderdag 12 oktober 2017

Late night craving


Kom je aan als je na 20.00 uur eet? Die vraag krijg ik heel vaak op het spreekuur. Op deze vraag kan ik niet zomaar een ja of nee antwoord geven. Wel kan ik je iets uitleggen over hoe het werkt. Wanneer kom je aan als je toegeeft aan een late night craving en wanneer niet?
1 Eten verteert niet na 20.00 uur?

Onze biologische klok zorgt ervoor dat wij een heel duidelijk ritme hebben van dag en nacht. Onze dag heeft een begin en een einde. Maar veel processen in ons lichaam hebben dat niet, die gaan gewoon 24 uur per dag door. Denk aan de werking van onder andere hart, nieren, lever, die zijn volcontinu aan het werk. Ook onze spijsvertering, maag en darmen blijven hun functie vervullen. Eten dat niet verteerd wordt na 20.00 uur? dat is een fabeltje. Ons lichaam wacht echt niet met verteren tot wij de volgende dag weer wakker zijn.

 
2 Hoe ziet je dag eruit?

De Schijf van Vijf biedt een leidraad bij gezonde voeding als het gaat om wat en hoeveel we elke dag moeten eten. Als je deze tool gebruikt, zie je welke hoeveelheden voor jou gelden. Dit noemen we basisvoeding. Hoe je die basisvoeding over de dag wilt verdelen, mag je helemaal zelf weten. Als je het fijn vindt om in de avond nog wat yoghurt, fruit, handje noten of een sneetje brood te eten, dan kan dat prima als je binnen de aanbevolen hoeveelheden van je dag blijft. Je komt dan niet aan.


3 Wat kies je en hoeveel?

Toegegeven, als je ’s avonds zin hebt om te eten, dan is het vaak niet dat appeltje waar je naar verlangt. Het is natuurlijk prima om af en toe wél lekker te gaan voor die M&M’s, die chips of toostjes. Realiseer je dat dit extraatjes zijn en dat deze heel calorierijk zijn. Het gaat aantikken op de rest van je dag! Bepaal een hoeveelheid, kies een bakje of schaaltje en ga niet gedachteloos door zitten eten. Zet de verpakking weg, buiten bereik en uit het zicht. Op deze manier kun je echt wel een of twee keer per week wat snoepen zonder aan te komen.


4 Waarom eet je?

Merk je dat het echt een gewoonte geworden is, dat eten in de avond? Ga je al automatisch naar je voorraadkast zodra je de tv aanzet, een avond Netflix in de planning hebt of als je klaar bent om op de bank te ploffen na een drukke dag? Dan is het slim om te bedenken wat de reden is dat je daarbij iets te eten nodig hebt. Heb je het verdiend? Mag je jezelf nu eindelijk verwennen na veel stress? Neem je overdag te weinig tijd om te eten? Of sla je bewust van alles af en zwicht je dan ’s avonds alsnog? Je kunt je afvragen of je jezelf hiermee echt een plezier doet of dat je meer hebt aan andere vormen van ontspannen en jezelf verwennen. Plan je dag anders (eventueel met hulp van een werkcoach) , neem voldoende rust en ga op tijd naar bed. Dat is op lange termijn veel meer een beloning.

donderdag 28 september 2017

Stop!



Stoptober
Wil jij stoppen met roken? Je bent in goed gezelschap. Want 75 – 80% van de mensen die roken, is van plan om in de toekomst te stoppen met roken. Wat houdt je tegen? Bang dat je aankomt misschien?


Feiten over roken
Als ik op diverse websites kijk naar cijfers over roken (stivoro, ikstop.nl, trimbos.nl) dan zie ik verschillende cijfers over roken en stoppen met roken. Hier zijn ze op een rijtje:
•In Nederland zijn 2,8-3,5 miljoen mensen die roken
•Ongeveer 2,2 miljoen mensen roken dagelijks
•Maar liefst 75-81% van de rokers is van plan om in de toekomst te stoppen
•En 65% heeft ooit van zijn leven een stoppoging ondernomen
•In 2014 deed 29% van de rokers een poging om te stoppen. Dit gaat om ruim 800.000 mensen
•In Nederland rookt 24 procent van alle mensen van 12 jaar en ouder
•Mannen roken meer en ook vaker dan vrouwen. Het percentage van rokende mannen ligt 7% hoger dan het percentage rokende vrouwen
•De meeste rokers zijn tussen de 18 en 30 jaar

Angst voor aankomen
Bij het stoppen met roken komen veel mensen aan in gewicht. Dit is een van de redenen dat mensen (nog) niet stoppen met roken. Dat aankomen heeft meerdere oorzaken. Meestal spelen die allemaal samen een rol, hoewel de ene persoon meer last heeft van het een dan van het ander.

Stofwisseling
De eerste oorzaak ligt bij het veranderen van de stofwisseling. Mensen die roken hebben een hogere stofwisseling. Door te stoppen met roken, heeft je lichaam met minder energie (calorieën) nodig. Als je helemaal niets verandert aan wat je eet, dan kom je hierdoor tóch aan in gewicht. Cijfers hierover variëren tussen 2.8 en 5 kg.

Reuk, smaak en eetlust
Als je stopt met roken, dan verbeteren je reuk en smaak. Doordat je beter kunt ruiken en proeven, is het eten lekkerder. Daardoor gaan de meeste mensen ook meer eten. Daarnaast zorgt nicotine voor een remming van de eetlust. Mensen die roken hebben minder eetlust dan mensen die niet roken.

Omgaan met ontwenning
En dan is er nog het deel wat voor de meeste mensen voor de grootste gewichtstoename zorgt: het omgaan met ontwenning. Deels is de verslaving lichamelijk; dat is de nicotine. Deels is de verslaving geestelijk; bij allerlei dagelijkse bezigheden gewend zijn te roken. Bijvoorbeeld ‘s ochtends bij de koffie, in de pauze, na het eten, met vrienden, bij uitgaan of feestjes. Vaak worden dit soort momenten vervangen door iets te eten. Een sigaret bij de koffie wordt vervangen door koekje(s) bij de koffie. Dropjes onderweg. Als koffie met een sigaret voor het ontbijt wegvalt, dan wordt er vaak meer gegeten.



Tips!
  1. Door je bewust te zijn van deze valkuilen, kun je de gewichtstoename deels beperken
  2. Zorg voor voldoende gezonde alternatieven in huis als je een snack attack voelt aankomen: handje noten, vers fruit, bakje kwark, snackgroenten
  3. Zorg voor afleiding: ga naar buiten voor een frisse neus (vermijd de rokershoek!), ga sporten, trap een balletje met je (klein)kinderen, ga iets nieuws doen waarbij je geen associaties hebt met roken.
 


dinsdag 19 september 2017

Dag van de Diëtist 2017


Hoera! Vandaag, dinsdag 19 september, is het de Dag van de Diëtist. Op deze dag kunnen wij aan iedereen in onze omgeving laten zien wat ons vak inhoudt. Dat doen we met de vernieuwde Artsenwijzer Diëtetiek.

Artsenwijzer

Met de Artsenwijzer Diëtetiek is voor iedereen zichtbaar wat de diëtist kan en doet. Voeding is hot & trending en gezonde voeding is belangrijk, daarover bestaat geen twijfel. Wat gezonde voeding precies is, daarover zijn veel meningen. De deskundigheid van diëtisten is het geven van helderheid en te komen tot een advies op maat. Dit kan advies zijn aan consumenten (want iedereen eet), patiënten of cliënten (in het ziekenhuis, thuis, in verpleeghuizen of andere woonvormen). Maar ook aan medebehandelaars, zoals specialisten, huisartsen, (wijk)verpleegkundigen, praktijkondersteuners, en verpleegkundig specialisten. Maar hij is ook relevant voor bijvoorbeeld fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, kortom iedereen die nauw samenwerkt met de diëtist. Deze adviezen zijn zowel preventief: hoe eet je gezond en zo blijf je gezond, als curatief: hoe eet je als je een (chronische) ziekte hebt.

Ingrijpend

We merken dat voor patiënten de stap naar de diëtist heel groot, of soms zelfs te groot is om te zetten. Dieetadvies is voor veel mensen ingrijpend.  Het niet meer ‘gewoon’ kunnen of mogen eten is een aanzienlijke inbreuk op het dagelijks leef- en eetpatroon en vraagt om veel begrip en de juiste persoonlijke begeleiding.

Veel cliënten op het spreekuur voelen zich niet ziek en voelen zich ook geen patiënt, maar zij hebben wel een hoge bloeddruk, een verhoogd cholesterol of diabetes, vaak in combinatie met een te hoog gewicht. Aan de diëtist de schone taak adviezen te geven over voeding en leefstijl die vol te houden zijn en toe te passen zijn in elke situatie: thuis, op het werk, bij onregelmatig werk, in het weekend, op feestjes, tijdens vakanties, et cetera.

 

Het juiste moment

Timing is everything, ook bij het verwijzen van een cliënt of patiënt naar de diëtist. De Artsenwijzer geeft duidelijkheid over de indicatie én het moment van verwijzen. Goede voedingszorg op het juiste moment levert een belangrijke bijdrage aan de behandeling. Bij welke indicatie het gewenst is dat een patiënt wordt verwezen naar een (gespecialiseerde) diëtist.

 

Zorgmodule Voeding

In de Artsenwijzer is ook de zorgmodule voeding opgenomen. Deze beschrijft de norm waaraan voedingszorg moet voldoen. Er zijn vier zorgprofielen.

1 zelfmanagement

2 algemeen voedingsadvies

3 individuele dieetbehandeling

4 gespecialiseerde dieetbehandeling

 

Profiel 1 en 2 zijn algemene voedingsadvisering en basisvoedingszorg zoals artsen, verpleegkundigen en praktijkondersteuners die leveren. De diëtist kan daarbij ondersteuning bieden, zoals het geven van bijscholingen of advisering ten aanzien van voorlichtingsmateriaal. Profiel 3 en 4 zijn het werkterrein van de (gespecialiseerd) diëtist.



Feestelijk

Omdat het vieren van de Dag van de Diëtist en de lancering van de nieuwe Artsenwijzer Diëtetiek ook wel voelt als een feestje voor ons en ons beroep, delen we vandaag in Utrecht iets lekkers (en ja, óók gezonds) uit aan een groot deel van onze verwijzers. Ik verwacht dat dat op meerdere plekken in het land vandaag zo zal zijn.

donderdag 7 september 2017

Nudging


“Als ik op mijn werk in de kantine een gezond broodje koop, dan krijg ik er gratis een stuk fruit bij”, vertelt mijn cliënt op het spreekuur. Dat is een mooi voorbeeld van hoe bedrijven hun werknemers proberen te stimuleren om gezondere keuzes te maken.

Er is een naam voor deze strategie: de omgeving waarin iemand een keuze maakt zodanig creëren dat mensen, geheel vrijblijvend, de 'goede' keuze aantrekkelijker vinden. We noemen dit nudging. Je kunt het zien als een duwtje in de goede richting geven. Maar wat je werkelijk doet is het beïnvloeden van het keuzegedrag van mensen. Vaak zonder dat ze dit zelf heel bewust in de gaten hebben.

 

Nudging kan op veel manieren en in veel verschillende situaties. Dus niet alleen als het om eten gaat. Je kunt ook denken aan voetstappen die op de stoep geschilderd zijn die in de richting van een prullenbak lopen. Om aan te moedigen dat mensen hun afval in de afvalbak gooien en niet op straat. En piano traptreden maken in een metro, zodat het leuk is om de trap te nemen. Of vermelden bij de lift hoeveel calorieën je méér verbrandt als je de trap neemt.


 

Op het werk en thuis kun je zelf ook gebruik maken van nudging. Ik geef je hier een aantal voorbeelden van:

  • Fruit op tafel te zetten, in het zicht. En koekjes en andere lekkernijen in een afgesloten (niet doorzichtige) trommel in de kast te zetten. Het eerste wat je ziet als je de kamer/keuken/vergaderruimte/kantoor binnenloopt, is iets gezonds.
  • De droppot op het werk verbannen, of op z’n minst uit het zicht zetten, is heel zinvol. Onderzoek wijst uit dat de gemiddelde persoon die op kantoor werkt 476 calorieën aan voedsel binnen handbereik heeft; op het bureau of in de lades. De mensen die snoep op hun bureau hebben staan, zijn gemiddeld 4 kilo zwaarder dan de mensen die dat niet hebben.
  • Als snoep niet op je bureau staat, maar in een lade ligt, dan eet je 74 calorieën per dag minder. Wat gelijk staat aan zo’n 2.5 kg aankomen per jaar.
  • Zet koek, chocolade of snoep niet in je keukenkastje, vlakbij koffie, thee, kopjes of glazen. Want dan kom je dat elke keer als je iets gaat drinken tegen. Je moet daardoor heel vaak nee zeggen tegen jezelf, of dat nu bewust of onbewust is. Als je je lekkernijen in een andere kast zet, het liefst waar je nog wat extra moeite moet doen om het te pakken te krijgen dan doe je dat minder vaak en sowieso veel bewuster. Je eet dan minder impulsief.


Mijn boodschap is: loop eens wat bewuster door je huis en je werkplek en kijk hoe je jouw omgeving kunt aanpassen om het keuzegedrag van jou, je gezin en je collega’s te beïnvloeden en hopelijk te verbeteren. Ongedwongen en misschien voor je omgeving dan ook wel onbewust.

donderdag 24 augustus 2017

Beweegrichtlijnen


Het kan je niet ontgaan zijn: deze week zijn de nieuwe Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad gepresenteerd. Het advies in een notendop: bewegen is goed, méér bewegen is beter. Concreet komt het neer op:

  • Doe minstens 150 minuten per week (5x per week 30 minuten) aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
  • Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.
  • En: voorkom veel stilzitten.

Ook voor kinderen tot 18 jaar is er een nieuwe richtlijn. Die komt overeen met die van de volwassenen, maar is vooral meer en langer bewegen. Dagelijks een uur bewegen en daarnaast 3x per week spier en botversterkende activiteiten.

Ook in het nieuws deze week: Prinses Alexia gaat naar de brugklas. Zij gaat net als haar zus Amalia op de fiets naar school en fietst dan maar liefst 11 kilometer heen en ook weer terug.

Dat is nog eens wat anders dan de meeste stadskinderen in Utrecht. De afstanden zijn fors kleiner (meestal tot 6 kilometer, bijvoorbeeld vanuit Overvecht naar het Leidsche Rijn college). Waarom dan toch een abonnement op de bus? Het is vaak heel druk in de stad, op de weg en ook op de fietspaden. Ouders zijn bang voor verkeersongevallen. Veilig verkeer Nederland adviseert de ouders om samen met hun kind een aantal keer de route te fietsen. Maar ja, die voorbeeldfunctie voelt ook voor hen als een heel grote opgave. Vaak zijn de ouders ook de eersten om voor een boodschapje de auto te pakken, naar het centrum te gaan met de bus en is sporten zeker niet altijd een vaste bezigheid in het gezin. En dan het Nederlandse weer: natuurlijk vinden ze het zielig als hun kind door de regen moet.

Maar die bus: komt ie op tijd? Pas je er wel bij? Op een warme dag zielig want puffen en zweten, datzelfde geldt op een koude winterse dag als de verwarming in de bus aangaat en iedereen met dikke winterjassen erin staat. Hoe fijn is het dan dat je zelf kunt bepalen hoe laat je aankomt en vertrekt? En lekker met frisse moed aan je schooldag kan beginnen in plaats van met hoofdpijn door de busrit. In de stad win je er eigenlijk altijd nog tijd mee, met de fiets ben je sneller op school (en kun je dus langer in je bed blijven liggen, het belangrijkste argument voor een puber waarschijnlijk).

Vind je dat ik het negatief zie? Ben ik gekleurd door mijn ervaringen op het spreekuur? Dat is niet zo: op dit moment voldoet zo’n 28% van de kinderen tussen 12 en 18 jaar aan de nieuwe beweegnorm. Dat is minder dan een derde van de tieners. Je kunt je dus voorstellen dat alleen al door fietsen naar school dit percentage zal groeien. Tandje erbij, allemaal!

donderdag 10 augustus 2017

Tanden


‘Drink je veel frisdrank of vruchtensap?’ vraagt de tandarts me, als ik in haar stoel lig voor een controleafspraak. Wow, een koekje van eigen deeg! Ze zegt dat mijn tandglazuur erosie/ slijtage vertoont en dat dat kan komen door het drinken van  dranken die zoet smaken maar die veel zuren in zich hebben. Ik moet lachen en zeg dat het een beetje klinkt alsof ik mezelf hoor praten tegen mijn jonge cliënten en hun ouders op het spreekuur. Ik vertel dat ik diëtist ben en dat ik ook vaak praat over zoete dranken. Dat ze veel suikers bevatten die overgewicht kunnen veroorzaken en ja inderdaad ook tanderosie. Ik ben me hier natuurlijk zelf van bewust als ik frisdrank of vruchtensap drink en dat doe ik om die redenen niet zo heel vaak.
Duidelijk is dat ze niet helemaal zeker ervan is dat ik écht alles al erover weet, want ze gaat verder met haar verhaal.  Dat ze adviseert om maximaal 7 eetmomenten te hebben om maximaal 7x per dag een zuuraanval te hebben (herkenning: check!). En om zo weinig mogelijk zoete dranken te drinken en als ik ze wel drink, om dat dan zo snel mogelijk te doen. Niet een uur over een glaasje frisdrank of sap, omdat dan de zuuraanval op de tanden heel lang duurt en het daardoor meer schade oplevert. Aj, hier kan ik inderdaad nog wel wat verbeteren. Maar dat botst wel met mijn eigen principes: goed proeven, genieten en de tijd nemen voor drinken. Als ik tenslotte snel wil drinken omdat ik dorst heb, dan neem ik nu ook al water of thee.


Ook zegt ze dat ik beter eerst tanden kan poetsen en daarna pas ontbijten. Door de zuren in het eten wordt het tandglazuur heel zacht. Als ik kort daarna dan met een tandenborstel erover ga, dan is het glazuur heel erg kwetsbaar. Weer een veranderpunt voor mij. Na het eten een kauwgum nemen voor een frisse smaak is prima zegt ze. Ze meet nog even de dikte van het glazuur van mijn kiezen op en noteert dat. Dan kunnen we over 6 maanden zien of het gelijk is gebleven na de adviezen die ik ter harte zal nemen.

Over twee weken gaan in Utrecht alle kinderen weer naar school na de zomervakantie. Op veel scholen in de stad zijn er al afspraken over fruit eten om 10 uur in plaats van brood, een uitgesteld ontbijt of koek. Inmiddels komen er ook steeds meer scholen bij die afspraken hebben over het drinken op school. Namelijk dat er water wordt gedronken in plaats van pakjes drinken. Dat levert heel veel voordelen op: beter voor de tanden, beter voor de smaakontwikkeling (kinderen wennen er zo aan dat niet altijd alles een zoete smaak heeft), beter voor de gezondheid en behoud van een gezond gewicht, beter voor de portemonnee van de ouders, beter voor de afvalbergen en het milieu. Ik hoop dat er ook dit jaar weer meer scholen deze keuze gaan maken.

donderdag 3 augustus 2017

Eieren


Deze week is Nederland in de ban van eieren. De grote vraag: wel of niet eten? Dat komt door Fipronil, een stof die aangetroffen is in eieren. Maar wat is het eigenlijk? Fipronil is een insecticide dat gebruikt wordt om luizen te bestrijden en dat zeker niet in eieren thuishoort. Dat het nu wel in sommige eieren terecht is gekomen, zorgt voor enorme onrust. Op het journaal, in kranten, op social media gaat het alleen nog maar over eieren. Ik snap dat mensen daardoor wel voorzichtig zijn en vooral dat het veel vragen oproept.

Gelukkig hoor ik ook veel tegengeluiden. Er zijn voor (gif)stoffen normen vastgesteld waarboven de mens klachten zou kunnen ervaren van het gebruiken van deze stof. In De Volkskrant lees ik: “Wie de bewuste eieren eet gaat weliswaar over de norm heen, maar de kans dat dit ook gezondheidsproblemen oplevert is klein, zeggen Ivonne Rietjens, Martin van den Berg (toxicologie, Universiteit Utrecht) en Martijn Katan (voedingsleer, Vrij Universiteit). Katan illustreert: 'In Sri Lanka zijn er zeven gevallen van mensen die probeerden zelfmoord te plegen met fipronil. Die dronken een heel flesje leeg en kregen miljoenen keren de dosis  binnen die in de eieren zit. Zij werden beroerd, maar mochten tussen de twee en vier dagen later het ziekenhuis alweer verlaten'.”

Op Twitter zie ik mijn eigen gedachten verwoord door een collega diëtist: “Deden we maar net zo hysterisch over junkfood als dat we nu doen over eieren. Dan was NL in één klap gezonder. #spreekuur #diëtist” (bij dezen dank Janet Noome!)

En ook kom ik deze tweet tegen: “Gif bestaat niet, het is de dosis die bepaalt of iets giftig is of niet. (sola dosis facit venenum, Paracelsus, 1493-1541) #eieren #fipronil”

Natuurlijk is het goed dat er gewaarschuwd wordt voor stoffen die niet thuishoren in ons voedsel. Het is belangrijk dat de NVWA strenge regels handhaaft, dat zeggen ook Rietjens, Van den Berg en Katan. Deze regels dragen bij aan onze voedselveiligheid. Het is vooral de onrust en lichte paniek die mij enigszins irriteert. Dat komt denk ik ook doordat ik op mijn spreekuur dagelijks een kijkje heb in de eetgewoonten van mensen. Kant en klaar, fastfood, frisdrank, energydrinks, alcohol, bewerkt voedsel, chips, zoutjes, maaltijdmixen, suikerrijk voedsel, grote hoeveelheden (bewerkt) vlees. In de zomer gaat de barbecue minstens wekelijks aan, licht verbrand vlees wordt zonder nadenken volop gegeten. Noem maar op. Daar maken mensen zich weinig of geen zorgen over.


Martijn Katan benoemt dit ook in het Volkskrant artikel: “De risico's vallen bovendien in het niet bij die van alledaagse zaken als zonnebanken, de uitlaatgassen van scooters en alcohol, aldus Katan. 'Eigenlijk zou je de giftigheid van zo'n ei moeten uitdrukken in glazen rode wijn per dag. Mensen zouden ervan opkijken: het zou gaan om een heel klein drupje per dag.' De paniek om de eieren is in dat licht ietwat buitenproportioneel, vindt hij.”

Deze week staat voor mij dus in het teken van uitleggen en relativeren. En af en toe gewoon een eitje eten.

donderdag 13 juli 2017

Vakantie!


De zomervakanties zijn hier in Utrecht al losgebarsten. Ook op het spreekuur kreeg ik de afgelopen weken al de vraag: hoe zorg ik ervoor dat ik niet (teveel) aankom tijdens mijn vakantie? Daarom vijf tips op een rijtje.

Ritme

Natuurlijk is je vakantie ritme anders dan je dagelijkse doen. Maar probeer toch drie keer per dag te blijven eten. Dat voorkomt dat je een snack-attack krijgt in de loop van de dag. Als je je lunch overslaat omdat je pas laat je ontbijt hebt gegeten, dan lukt het je in de middag vast niet om ijsjes, borrelhapjes, zoutjes en dergelijke te weerstaan. Kies bij laat ontbijten ook voor een late lunch, die wat kleiner is of een lichte lunch in de vorm van een salade.



Reizen

Of je nu reist per auto of vliegtuig, meestal neem je dan ook iets lekkers mee. Denk aan de dropjes (héél vaak standaard in de auto!), candybars, snoepjes, koek, voorverpakte meeneemkoeken of andere lekkernijen. Kies er bewust voor om dit niet te doen. Ook als je op vakantie dagtripjes gaat maken of van de ene plek naar de andere reist. Wat je niet bij je hebt, eet je ook niet op. Ga je echt lang reizen en wil je wel een tussendoortje meenemen, kies voor fruit, snackgroenten, bakje noten, volkoren cracker met dun beleg of een bakje yoghurt of kwark.

 

Ijsjes, churro’s, wafels, crepe’s

Op vakantie ga je allerlei lekkers tegenkomen wat je thuis in het dagelijks leven niet zo vaak zal eten. Het is erg verleidelijk om hieraan mee te doen en jezelf lekker te verwennen. Het is tenslotte vakantie! Bedenk dat dit heel calorierijke extraatjes zijn. Wanneer, hoe vaak en hoeveel? Dit zijn de belangrijkste vragen om voor jezelf te beantwoorden. Het helpt om jezelf af te remmen en te begrenzen. Je hoeft niet altijd nee te zeggen, maar zeker niet altijd ja. Een portie delen kan ook erg fijn zijn. Je hebt het wel geproefd maar je eet er minder van.



Water

Inkopper natuurlijk! Blijf veel water drinken. Het is een gezonde en goedkope dorstlesser zonder suiker. Vruchtendrankjes, sappen, smoothies, frisdrank, cocktails en andere alcoholische dranken zijn suikerrijk en calorierijk. Laat die zo veel mogelijk langs je heen gaan. Ga je toch lekker borrelen op een terras? Bestel naast je wijn, cocktail, rosé of bier ook een glas water. Dan gaat het minder hard.

 

Op avontuur

Tijdens je vakantie is het fijn om te ontspannen. Maar wist je dat je ook heel goed mentaal kunt ontspannen door dingen te doen die nieuw voor je zijn? Ga een lange wandeling maken (bergop!) en geniet van je omgeving en het uitzicht. Neem surflessen, ga suppen, kanoën of raften. Huur fietsen en ga op verkenning in je nieuwe omgeving. Volg een yogales. Hierdoor ben je lekker actief en dat maakt dat je minder eet. Als je niets actiefs doet, ga je makkelijker iets eten. Uit gewoonte, verveling of omdat het heel bereikbaar is.

donderdag 29 juni 2017

Werklunch

Leuk, al die adviezen over meer groenten eten, maar er zijn behoorlijk wat drempels en obstakels te overwinnen bij het toepassen van die adviezen in het dagelijks leven. Er komt heel wat moed en durf kijken bij gezonder eten. Bijvoorbeeld op je werk.
Mijn cliënt heeft overgewicht en wil gezonder eten. Ze vertelt hoeveel ze heeft moeten overwinnen om de adviezen die ik haar gaf daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Een voorbeeld van dingen die ze niet durfde: salades bij de lunch of gezonde snacks zoals wortel en komkommer eten op haar werk. 
Voor mij is dat echt goed om terug te horen. Ik verkeer meestal in het soort omgeving waarin dat heel normaal en geaccepteerd is. Iedereen om mij heen zit in lunchpauzes rauwkost, salades en groentes te eten. Ik denk er soms te weinig bij na dat andere mensen wel een omringd zouden kunnen zijn door collega’s die honend zitten te kijken naar wat er allemaal uit trommeltjes en zakjes wordt gehaald.
Hoe pak je dat aan, je eetgewoonten veranderen als je niet thuis bent in je veilige omgeving? Als je bang bent uitgelachen of veroordeeld te worden omdat je dingen anders doet dan collega’s of vrienden?
-        Begin met groenten eten op je brood, dan springt het niet meteen in het oog. Doe rauwkost tussen je vertrouwde boterham met kaas. Rauwkost kan zijn sla, tomaat, komkommer, maar ook reepjes paprika, geraspte wortel, kiemgroenten, alfalfa, plakjes radijs, avocado en rode biet zijn lekker en zorgen voor kleur en variatie.
-        Smeer groentespread op je brood. We kennen allemaal de ouderwetse sandwichspread (die overigens prima is) maar er zijn steeds meer groentespreads bij gekomen. Denk aan een spread met pompoen, spinazie, erwten, rode biet, wortel, etc.
-        Een andere variant van plantaardig broodbeleg is humus (kikkererwtenpasta) die bestaat ook in veel verschillende smaken.
-        Heb je al deze stappen al gezet? Dan ben je klaar voor snoeptomaatjes, snackpaprika, worteltjes of een complete salade bij de lunch of als tussendoortje.
Als je gezonder gaat eten en je durft die stap te zetten, dan zal je merken dat je ook voor anderen de mogelijkheid biedt dit te gaan doen. Natuurlijk zijn er meer mensen die het heus wel willen, maar ook niet durven. Wees de trailblazer op jouw werkplek!
Bedenk je ook dat mensen vaak heel erg met zichzelf bezig zijn en niet zo met anderen. Misschien zien ze niet eens wat jij aan het eten bent omdat ze het druk hebben met hoe ze zelf overkomen of bezig zijn met hun smartphone.
Een mooie uitspraak van Mark Twain is: ”I’ve had a lot of worries in my life, most of which never happened”
En als je het toch nog niet aandurft, begin dat onderweg. Eet snoeptomaatjes op weg naar huis in plaats van candybars en dropjes in je auto. 
Het komt er op neer dat als je je (eet)gewoonten wilt veranderen, dat daar nogal wat doorzettingsvermogen, moed en durf voor nodig is. En dat het lang niet altijd gaat om besluiten die je zelf neemt, maar dat je ook afhankelijk bent van medewerking, welwillendheid en steun van je directe omgeving: gezin, collega’s, familie en vrienden. Betrek ze bij je plannen en laat hen je steun zijn.