donderdag 28 mei 2015

Buik

‘Ik heb het meest last van mijn buik, die zit echt in de weg.’ Een veelgehoorde uitspraak op mijn spreekuur. Bukken, aankleden, nagels knippen en schoenen aandoen zijn dan vaak lastig. Welke nadelen zijn er nog meer aan buikvet?

Bukken enzo
‘De strikken van mijn schoenveters zitten altijd aan de zijkant’ vertelde een cliënt me een tijdje geleden. Hij bleek zijn ene voet dwars over zijn knie te leggen bij het aantrekken van zijn schoenen omdat bukken zo lastig voor hem is. En dan krijg je inderdaad scheve strikken. Schoenen uit en aan doen in de spreekkamer (voor en na het wegen) geven een aanblik van rood aangelopen mensen die het benauwd hebben van het voorover buigen.


Visceraal vet
Door mijn cliënten wordt het buikvet genoemd, in de medische wetenschap zijn er diverse benamingen voor: vet in en rond het buikgebied. Abdominaal vet is vet in de buik. Ectopisch vet is vetstapeling in de organen. Visceraal vet is de vetvoorraad tussen de organen in de buik. Subcutaan vet is vet onder de huid (waar dan ook in het lichaam).

Behalve dat het niet mooi en niet praktisch is, dat buikvet, levert het ook schade op aan de gezondheid. Teveel ectopisch vet (vetstapeling in organen) is gerelateerd aan diabetes; hoe meer vet in de lever en hoe meer visceraal vet, des te groter wordt het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2.
Bewegen
In een onderzoek dat ik las in The New York Times is het goede nieuws dat bewegn het buikvet vermindert: ‘Buikvet is buitengewoon gevoelig voor beweging in vergelijking met andere plaatsen van vetophoping in het lichaam. Lichaamsbeweging richt zich vooral op buikvet’ zegt professor Gary R. Hunter, (Human studies, University of Alabama at Birmingham). Minder calorieën eten zorgt ook voor een vermindering van visceraal vet, maar de effecten zijn veel groter en blijvender door bewegen. Tijdens studies uitgevoerd door Universiteit van Alabama, werd gevonden dat vrouwen die een zittend bestaan hadden en die een jaar lang elke week twee keer matig gingen bewegen, ongeveer 2% lichaamsvet verloren, maar wel 10% visceraal vet.


Wandelen en joggen
Nog niet duidelijk is welke manier van bewegen het meest effect heeft op het verminderen van het buikvet. Sommige studies zeggen dat wandelen of joggen effectiever is dan krachttraining, andere studies zeggen dat juist de combinatie van cardio en krachttraining meer resultaat oplevert.
Grappig is dat dr Hunter zegt dat juist sit-ups (buikspieroefeningen) niet helpen om buikvet te verminderen. Je krijgt er sterkere buikspieren door, maar die zitten dan nog verstopt onder het vetlaagje. ‘Je kunt maar beter gaan wandelen.’ Dat zeg ik ook altijd, maar nu is het wetenschappelijk onderbouwd!

donderdag 21 mei 2015

Diet or die

In De Volkskrant lees ik deze week (mei 2015) een artikel geschreven door Marie-Louise Schipper. Zij is redacteur en auteur bij De Volkskrant en schrijft ook voor de rubriek De Volkskeuken. Ze heeft een boek geschreven dat heet De Dikke Diëtist. Als ik wat meer over haar  werk en achtergrond opzoek, kom ik dit allemaal te weten.



In het artikel lees ik dat de meeste Nederlanders zich niets aantrekken van hypes rond afvallen. Uit een  onderzoek, uitgevoerd door NVVL  onder 1000 Nederlanders, bleek dat 63% van hen nog nooit had gehoord van De Voedselzandloper. En het koolhydraatarm dieet van dr Frank is bij een kleine 17% bekend. Dat komt, zo staat in het artikel, doordat de mensen die zich met voeding bezighouden, zich met name in de hogere en middenklasse bevinden. Dat herken ik wel van het spreekuur. Ik krijg wel vragen over De Voedselzandloper, maar inderdaad van een beperkt aantal mensen. Dat het dr Frank dieet niet zo bekend is bij zoveel mensen, verbaast me eigenlijk wel. Ik heb zelf het idee dat ik daar veel vaker vragen over kreeg. Maar ik zie dan ook veel mensen met diabetes, niet een gemiddelde doorsnede van de Nederlandse bevolking zoals in het onderzoek.
Door op de website te kijken van Marie Louise Schipper, kom ik een heel uitgebreid, interessant artikel van haar tegen over deze dieethypes. Het stuk heet ‘Afvallen zonder een centje pijn’. Ik vond het heel leuk om te lezen over de geschiedenis van allerlei trends en hypes die te maken hebben met gezondheid, uiterlijk, sport en lichaamsgewicht. Ook staat er een stukje in over dieetboeken. Over de voorloper van dieetgoeroe’s zoals Michel Montignac en Sonja Bakker: Celesta Geyer (1901-1982), ook wel bekend onder de naam Dolly Dimples, of Jolly Dolly Geyer. Een vrouw die zich met al haar overgewicht als circus act tentoonstelde en die werd aangekondigd op de posters met de tekst ‘de mooiste dikke vrouw ter wereld’. Maar ook zij moest noodgedwongen afvallen (natúúrlijk vanwege gezondheidsklachten) en schreef daarover het boek diet or die. Ik vind het een grappige titel, misschien juiste wel omdat het heel erg klinkt als afvallen met het mes op de keel.
In het Volkskrant artikel staat ook een uitspraak van Tatjana van Strien, hoogleraar psychologie. Zij zegt dat het steeds dezelfde groep is die dieetboeken koopt. Dit zijn mensen die het ene dieet na het andere volgen. De verstokte lijners zogezegd. En dat terwijl lijnen een juist goede voorspeller is voor gewichtstoename. Eerder deed zij onderzoek naar dit fenomeen. Na drie jaar is het merendeel van de lijners zwaarder dan voordat zij aan het dieet begonnen.
Ook die mensen zie ik op mijn spreekuur, zij die vertellen dat ze hun hele leven hebben gelijnd. Vaak zijn ze dan verbaasd als ik zeg dat dat niet meer de bedoeling is als ze door mij worden behandeld. Niet lijnen, maar gezond eten. Geen kant-en-klaar dieet maar een advies op maat.
*************************************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel ze dan met collega's of vrienden op social media.

donderdag 14 mei 2015

Plannen: gedachten en emoties

“Hoe moeilijk is het nou om gewoon een cracker met kaas te eten?!” Mijn cliënt op het spreekuur is een jonge vrouw die probeert af te vallen. Het is haar niet gelukt om zich te houden aan wat we de vorige keer hadden afgesproken: een combinatie van adviezen van mij en haar eigen ideeën en wensen voor een gezond eetpatroon. Iets wat echt bij haar past. Of zou moeten passen, blijkt nu. Ik merk dat ze heel teleurgesteld is in zichzelf. Het leek zo’n goed plan, waarom lukt het dan niet om het te doen?
“Als ik hier ben en we praten  erover, dan lijkt het zo makkelijk. Waarom zou het dan toch niet lukken?’ Ik kan haar wanhoop en moedeloosheid zien en voelen. Zij is een van de vele cliënten op mijn spreekuur die heel graag willen. Willen afvallen, hun gedrag en eetgewoonten willen veranderen. Maar hoe graag ze ook willen, het lukt niet.
In The Journal of Health Psychology lees ik een artikel over hoe  we een dieet plannen met onze gedachtes, maar de uitvoering ervan wordt gestuurd door emoties. De meeste gezondheid besluitvorming modellen stellen dat de beslissing om zich toe te leggen op gezondheidsbevorderend gedrag betekent: de vorming van een gedragsintentie die vervolgens leidt tot daadwerkelijke gedrag. Echter, gedragsintenties en feitelijke gedrag blijken niet hetzelfde te zijn. Twee studies onderzochten of besluitvormingsfactoren die voedingsgedrag voorspellen hetzelfde of verschillend waren van de bedoelingen. En dit bleek wel degelijk zo te zijn.
Gezond leven kun je je dus rationeel wel voornemen om te gaan doen. De voordelen ervan zijn heel voor de hand liggend: je bent gezonder, je voelt je fit, je kunt je makkelijk bewegen, je ziet er gezonder uit, je past je kleding goed. Maar om het te gaan doen, dit gezond leven, daar is wel meer voor nodig dan het alleen te willen en het belangrijk te vinden.
De jonge vrouw op mijn spreekuur heeft het heel druk met haar studie. Ze wil goede resultaten op tentamens halen, ze heeft een rijk en vol sociaal leven, wil uitgaan met vrienden , ze wil ook regelmatig op bezoek bij haar familie, ze heeft een baantje in de avonduren, moet voor haar studie stage lopen.
Het plan om gezonder te gaan eten werd niet succesvol uitgevoerd omdat emoties een grote rol speelden bij de uitvoering. Drukte, stress en spanning leiden bij tot meer snoepen en overeten (crackers dus niet met een plakje kaas maar dikke lagen chocopasta). Gezelligheid en samen zijn met familie en vrienden gaat gepaard met eten en drinken. Deze emoties (blijdschap, vreugde, sociaal gedrag) zijn voor haar verbonden met eten.
Voor mij was het lezen van de conclusie van het artikel wel goed. Niet noodzakelijk om te weten hoe onze besluitvorming en uitvoering van plannen precies werkt,maar wel om de boodschap met de cliënt te bespreken. Door in het plan rekening te houden met emoties die een rol spelen bij het uitvoeren van het plan, komen intentie en uitvoering misschien dichter bij elkaar.
**********************************************
Vind je mijn blogs leuk om te lezen? Deel ze met collega's of vrienden op Social Media!

donderdag 7 mei 2015

Groenten en fruit

Op de website van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) lees ik ‘Nederland eet te weinig groente, fruit en vis. Ongeveer een kwart van de bevolking haalt de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.’
In een persbericht lees ik dat een kwart van alle mensen volgens de richtlijnen voor gezonde voeding voldoende fruit eet, al eten vrouwen (30%) vaker voldoende fruit dan mannen (22 %). Van de Nederlandse bevolking eet 28% dagelijks voldoende groente. Hierbij is geen verschil tussen mannen en vrouwen. Deze cijfers zijn van 2014. In 2016 werd echter de aanbevolen hoeveelheid groente per dag verhoogd van 200 naar 250 gram.



Natuurlijk weet ik dat er weinig groenten en fruit worden gegeten, het is een van de vragen die ik aan mijn cliënten stel. Niet zelden krijg ik op de vraag hoe vaak er groenten op tafel komen in een week het antwoord: twee of drie keer. En mijn cliënten eten allerhande tussendoortjes, maar halen ondertussen niet de 2 keer fruit per dag. Terwijl dat een makkelijk en gezond tussendoortje is. En helemáál een gezonde keuze als je kampt met gezondheidsproblemen of overgewicht.

Vanmorgen nog hoorde ik op het NOS journaal dat supermarkten jaarlijks voor 500 miljoen euro aan groenten en fruit weggooien. Het gaat dan bijvoorbeeld om tomaten of uien die al zacht zijn geworden, bloemkolen die onverkoopbaar zijn omdat er een vlekje op zit.
 
Je zou dus zeggen, er is ruim voldoende aanbod aan groenten en fruit. Waarom eten we het dan toch zo weinig? In De Volkskrant van afgelopen dinsdag lees ik een artikel over koken. De gemiddelde Nederlander besteedt minder dan 45 minuten aan koken én afwassen per dag. In 40 jaar tijd zijn we een derde minder tijd gaan besteden aan koken. ‘We vallen steeds vaker terug op afhaal, bezorgdiensten en kant-en-klaar. En wat we koken, stelt steeds minder voor. We assembleren vooral nog: opwarmen, aanlengen en doorroeren. Een beetje van jezelf en een beetje uit de fabriek.’


Dan is daar ook nog de hype van de superfoods. Mensen die massaal kiezen voor chiazaad, gojibessen en tarwegras omdat het ultragezond is (en hip). Jaap Seidell (hoogleraar Voeding & Gezondheid) zegt hierover: ’het is voedsel met een hoog gehalte aan gezonde voedingsstoffen. Alleen is de term bedacht door mensen die wat te verkopen hadden.’ En superfoods zijn inderdaad booming business. Er zit een enorme marketing achter. Dat is niet zo met groenten en fruit. Ik las, ook weer in De Volkskrant, een artikel over superfoods maar dan vanuit een heel andere invalshoek. De Amerikaanse gezondheidsdienst CDC heeft een wetenschappelijk fundament gemaakt door het bedenken van een rekenmethode voor het classificeren van groenten en fruit als superfoods. In de lijst die zo is ontstaan, staan 47 groenten en fruitsoorten. In de top tien: waterkers, spinazie, witlof en sla. Een stukje verder spruitjes, broccoli en andijvie.


De oplossing voor het verhogen van de groente en fruitconsumptie lijkt mij: meer vers en onbewerkt eten, wat meer de tijd nemen om te koken. Haal je meteen voor een stuk minder geld dagelijks wat superfoods binnen. En lekker fruit als tussendoortje. En laat dat nou al járen mijn adviezen op het spreekuur zijn.