donderdag 30 april 2015

Neem jij 'n loopje met mij?!

In Gezondheidscentrum Oog in Al werk ik nu ruim 10 jaar. En hoewel het een open deur is dat we samen werken aan de gezondheid van onze gezamenlijke patiënten / cliënten, vind ik tóch dat de manier waarop we dat hier doen, heel speciaal, mooi en uniek is. Vanaf het begin werk ik er samen met de huisartsen, fysiotherapeuten, apothekers, praktijkondersteuners en assistenten. Omdat gezondheid op heel veel vlakken te verbeteren en te beïnvloeden is. En iedereen in huis heeft een eigen specialisme, maar wél een specialisme dat inhaakt op het volgende. Daarom zijn wij geen losse spelers die de cliënt allemaal wel eens zien, maar doen we dat samen door goed samen te werken.
 
Daarom ben ik ook heel enthousiast over onze volgende stap. We gaan namelijk het komende halfjaar elke eerste woensdag van de maand samen wandelen. En niet alleen wij. We gaan wandelen samen met onze patiënten. Iedereen die aan wil sluiten mag meedoen met onze SamenLoop. Het idee hiervoor ontstond doordat we allemaal onze patiënten aanraden om meer te bewegen. Omdat het gezond is: voor conditie, hart- en bloedvaten, voor het verlagen van bloedglucosewaarden, voor vitamine D. We weten dat het stemming verbetert, dat het gezellig is, verbindend, dat het eenzaamheid vermindert, dat je ermee contacten opdoet en verdiept. Maar we weten ook dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om te bewegen. En dat het een drempel kan zijn als je niemand weet die met je mee zou willen wandelen.


Zelf houd ik enorm van bewegen en sporten. En veel mijn collega’s in het gezondheidscentrum delen dit met mij. In het land zagen we dat er al een paar succesvolle initiatieven zijn waarbij huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten wandelen met hun cliënten. Daarom gaan wij dit nu ook starten. Wij houden van bewegen en willen dit actief uitdragen naar onze patiënten. Daarnaast biedt het voor onze cliënten een mogelijkheid om wat vaker de deur uit te gaan, om mensen in de wijk te ontmoeten, om een praatje te maken met de medewerkers van het gezondheidscentrum, om rustig in beweging te komen, om vrijblijvend en ontspannen te gaan wandelen, om lotgenoten te ontmoeten, gezondheid te verbeteren, lekker in de buitenlucht te zijn.



Omdat we het inderdaad laagdrempelig willen laten zijn en omdat we weten dat als je niet gewend bent veel te bewegen of te wandelen dat dat in het begin ook niet meevalt, hebben we ervoor gekozen om elke eerste woensdag van de maand 2 routes aan te bieden. De ene route is 2.5 km en duurt z’n 45 minuten. De andere route is 5 km en duurt ruim een uur. Op woensdag 6 mei gaan we voor het eerst van start. Vanuit het gezondheidscentrum lopen er iedere maand wisselende medewerkers mee zodat patiënten steeds met andere medewerkers een praatje kunnen maken. We hopen natuurlijk dat onze wandelingen gaan uitmonden in meer initiatieven tot wandelen door cliënten onderling. Wij hopen hiertoe een bruggetje te vormen.

Woon je in Oog in Al en ben je patiënt in het gezondheidscentrum Oog in Al? Dan kun je deelnemen. Lees er hier meer over!

**********************************************
NB! Dit blog schreef ik 30 april 2015. Ook dit voorjaar starten we weer met de SamenLoop. De eerste loop is op woensdag 6 april 2016. Start is om 17.30 uur bij de Cereolfabriek. Voel je welkom om deel te nemen!

donderdag 23 april 2015

Gesprek

Op het spreekuur komt een jonge vrouw (22 jaar) met obesitas. Ze heeft een begeleider meegenomen vanuit het opvanghuis voor jongeren waar ze woont. Dit huis biedt opvang, woon- en financiële begeleiding aan mensen die door sociaal-maatschappelijke of psychische omstandigheden in een kwetsbare (woon)situatie verkeren. Ze vertelt dat ze graag zou willen afvallen. Dat ze erg geschrokken is omdat ze leververvetting heeft. Ze heeft het advies van de internist gehad om een dieet te volgen om haar lever weer gezond te maken door af te vallen en gezonder te gaan eten. De leververvetting is omkeerbaar. Als ze er nu niets aan doet, wordt het levercirrose en dat is niet omkeerbaar.

Langzaam wordt in het gesprek duidelijk dat de begeleider die ze heeft meegenomen ook is afgevallen. En dat ze juist daarom déze begeleider heeft meegenomen. Want die begrijpt haar goed en die kan haar dan ook goed ondersteunen. Ik zeg haar dat ik het fijn vind dat ze hulp en steun heeft hierbij. Vooral van iemand die dicht bij haar staat.
Dan gaan we het hebben over hoe haar dag eruit ziet. Op dit moment heeft ze geen baan, maar wel uitzicht op een baan. Dat zal haar gaan helpen om regelmaat en ritme in haar dag te krijgen. Nu mist ze vaak het ontbijt omdat ze te laat in de ontbijtruimte komt. Hierdoor gaat ze overdag meer snoepen. Want bij het ontbijt hebben de bewoners de kans om ook een lunchpakketje te maken. Als je niet bij het ontbijt bent, heb je dus ook geen lunch. ’s Avonds wordt er gezamenlijk gekookt en gegeten. Zelf eten kopen voor overdag kan een oplossing zijn, maar als je geen baan hebt, heb je ook geen (of weinig) geld en dan zijn ongezonde keuzes zo gemaakt.
Ze begrijpt dat het eten van 3 gezonde maaltijden per dag nodig gaat zijn om af te kunnen vallen. Ze overlegt met haar begeleider hoe ze dit in de praktijk kan gaan toepassen. We bedenken samen een plan hoe ze het zou kunnen aanpakken binnen de mogelijkheden van het huis waar ze woont en haar eigen mogelijkheden.
Net als ik denk dat we een heel eind zijn gekomen, gaat ze me allerlei vragen stellen over voedsel dat ze nu gewend is om te eten: mag ik een bakje tonijnsalade eten? Niet op brood maar gewoon uit het bakje oplepelen? En zo nog wat vragen. En dan realiseer ik me dat ik in het gesprek teveel en te snel meegegaan ben met haar en haar begeleider in het idee van dieet en afvallen. Ik heb te weinig stilgestaan bij het stukje ervóór: hoe ontstaat overgewicht? Waardoor is zij dik geworden? Weet zij wat gezond en niet gezond is om te eten? Doordat ik dit heb overgeslagen, heb ik het idee dat zowel zij als ik een stukje missen. Als we het gesprek afronden ben ik daarom niet helemaal tevreden over mezelf en mijn gesprek van vandaag. Gelukkig komt ze over 2 weken weer terug en pakken we de draad weer op.

****************************************************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel ze met collega's, contacten of vrienden op social media!

woensdag 15 april 2015

Ouderavond

Samen met een van mijn collega’s ben ik op een ouderavond op een basisschool in de wijk Overvecht. De school heeft een aantal jaar geleden besloten dat kinderen om 10 uur in de pauze alleen nog fruit mogen eten.  Ook de andere basisscholen in Overvecht en veel basisscholen in de stad hebben deze afspraak. Het heeft ertoe geleid dat kinderen beter zijn gaan ontbijten, beter opletten in de klas en dat gemiddeld de mate van overgewicht is gedaald in de wijk.

Deze keer gaat de ouderavond over water drinken op school. Het is de bedoeling dat de kinderen na de meivakantie geen pakjes drinken meer meenemen maar voortaan alleen  nog water drinken in de pauze om 10 uur en bij het overblijven op school. Deze stap is door school uitgebreid besproken met Volksgezondheid (de voormalige GG&GD) en daarna zijn de ouders en de kinderen erover geïnformeerd.
En nu is er deze ouderavond, bedoeld om in gesprek te gaan met de ouders hierover onder leiding van 2 diëtisten: mijn collega en ik. We doen dit regelmatig; aansluiten op scholen bij koffie-ochtenden en ouderavonden om te praten over gezonde voeding voor de kinderen. De school vindt het vaak fijn begeleid te worden in dir proces van verandering door Volksgezondheid, die samenwerkt met ons diëtisten.
Zoals bij elke verandering zijn er voorstanders en tegenstanders. Omdat de opkomst groot is, 30 ouders en daarnaast bijna alle leerkrachten van de school, hebben we besloten een centrale opening te doen en daarna de groep te splitsen in twee, zodat bij elke groep een diëtist is.
Ik begin door aan de ouders te vragen hoeveel kinderen ze hebben en in welke groep ze op school zitten. De schoolleiding heeft me verteld dat er op de Voorschool (waar kinderen zitten in de leeftijd van twee en half tot 4 jaar) al langere tijd water wordt gedronken. Zij zijn het dus al gewend. Ik vraag of er op school en thuis door de kinderen al water wordt gedronken. En hoe zit het met de ouders zelf, drinken zij ook water? Ik leg uit dat kinderen leren door hun voorbeelden (ouders, broer, zussen, en directe omgeving) na te doen. En dat het daardoor heel fijn is als er in het gezin water wordt gedronken. Veel ouders geven aan dat zij dat doen.
En dan vertel ik dat het heel fijn is als de school ook zo’n omgeving wordt waar iedereen hetzelfde doet. Geen uitzonderingen, geen ‘oneerlijkheid’ maar allemaal gelijk. Dat maakt het makkelijker, ondanks dat het in het begin wennen is. Voorstanders en tegenstanders vinden elkaar in het feit dat elke ouder het beste wil voor zijn kind. Ik vertel hoeveel vocht een kind per dag nodig heeft: ongeveer 6 bekertjes, en ik vraag aan de ouders hoe zij die 6 bekertjes zouden vullen. Uiteindelijk komen we uit op 2x (soya)melk, karnemelk of yoghurt, 3x water of thee en 1x een zoet drankje. Bij het naar huis gaan zeggen ze blij te zijn met het besluit van de school water te gaan drinken.

donderdag 9 april 2015

Afslankprogramma

Deze week lees ik in De Volkskrant over afslankprogramma’s en dat hun effectiviteit zelden wetenschappelijk is aangetoond. In de Verenigde Staten hebben onderzoekers 4200 studies bekeken en 39 daarvan bleken zo opgezet te zijn dat het meetbaar is of de behandeling zinvol is: door er een controle groep bij te hebben die niet deelneemt aan het programma maar die met verstrekte informatie zelfstandig aan de slag gaat met afvallen.  Van de 32 grote commerciële afslankprogramma’s is voor slechts twee bewijs dat deelnemers na een jaar meer gewicht kwijt zijn dan een controlegroep. En dan nog is het effect maar minimaal: een verschil van 3-5% meer gewichtsverlies ten opzichte van de controlegroep.

In het Volkskrant artikel is de mening gevraagd van universitair docent Anne Roefs (Universiteit Maastricht), die de psychologie van eten onderzoekt. 'Het komt erop neer dat mensen af zullen vallen op elk dieet, als ze het maar volhouden', zegt Roefs. 'Een onderzoek uit 2009 toont aan dat het met name om de motivatie gaat: hoe gemotiveerder de proefpersonen waren, hoe meer ze afvielen.’
Uit het onderzoek bleek dat Weight Watchers en Jenny Craig het best werkten, ook nog na 1 jaar was er (een klein) verschil tussen de deelnemers en de controlegroep. Mogelijk heeft het succes te maken met de opzet van het programma: gestructureerd en met persoonlijk contact.  Programma's via het internet blijken het minst effectief.
Zoals Anne Roefs zegt, motivatie om af te vallen speelt inderdaad een grote rol bij het behalen van succes. Bijna alle cliënten die met overgewicht of obesitas op mijn spreekuur komen, willen wel afvallen. Maar het lukt hen lang niet altijd dit ook werkelijk te doen. Dat heeft te maken met gedrag en hoe moeilijk het is om gedrag te veranderen.
Daarnaast komen er veel mensen op mijn spreekuur die hun hele leven al hebben geprobeerd af te vallen, die elk dieet geprobeerd hebben. Ook zij zullen herkennen dat elk dieet werkt om af te vallen zo lang je het maar volhoudt. Maar door al die diëten zijn zij het spoor compleet bijster. En zijn ze door het jojo-effect vaak zwaarder dan ooit. Als ze bij mij terechtkomen dan is dat meestal vanwege obesitas en daaraan gerelateerde gezondheidsklachten. Door hun overgewicht en hun leefstijl hebben zij een chronische ziekte gekregen. Diabetes, hart- en vaatziekten, artrose. Als zij het advies krijgen gezond te gaan eten, dan weten ze niet meer wat dat is.
De naam diëtist is enerzijds een beetje ongelukkig. Het doet vermoeden dat cliënten opnieuw een dieet moeten volgen. Maar het is naast adviezen over wat te eten bij bijvoorbeeld diabetes of hart- en vaatziekten ook de ‘normale gezonde voeding’ die we met de cliënt bespreken en begeleiding bij leefstijlverandering. De naam diëtist is beschermd: alleen zij die de HBO opleiding Voeding en Dietetiek hebben afgerond mogen zich zo noemen. In tegenstelling tot voedingsdeskundige, voedingskundige of gewichtsconsulent.
Goede begeleiding maakt het verschil tussen falen en succes. Je kunt ergens gemotiveerd aan beginnen maar de diëtist helpt de motivatie te behouden.
----------------------------------
Vind je mijn blogs leuk om te lezen? Deel ze dan met vrienden of collega's via social media.

donderdag 2 april 2015

Voeding & opvoeding

Ik ben mijn spreekuur voor die dag aan het voorbereiden en ik zie in mijn agenda dat er ’s middags een eerste gesprek gepland staat voor een jongetje van 5  jaar. Als ik die middag de naam van de familie roep in de wachtkamer, dan komen zijn ouders naar me toe gelopen. Ik vraag of het klopt dat ze voor hun 5-jarige zoon zijn gekomen en inderdaad, dat is zo. We hebben 3 kinderen, vertellen ze, waarvan de oudste de neiging tot overgewicht heeft. Ze hebben hun kinderen thuis gelaten zodat ze een rustig gesprek met mij kunnen hebben hierover.
 
Heel prettig vind ik dit. Zonder dat het uitgesproken is, vertelt mij dit namelijk al heel veel over het gezin: de ouders nemen hun rol als opvoeders heel serieus, de gezondheid van hun kinderen vinden ze belangrijk, zij nemen de verantwoordelijkheid voor de voeding, het eetgedrag en de eetgewoonten van hun kinderen volledig op zich, willen een volwassen gesprek zonder afleiding door kinderen in de spreekkamer, zij begrijpen dat ik hun zoon die wél de aanleiding van dit gesprek is, niet nodig heb om mijn adviezen te kunnen geven.
 
Hoe anders maak ik het meestal mee: één van de ouders komt met het kind of met alle kinderen van het gezin  naar het spreekuur. Het gedrag van ouders en kinderen in de spreekkamer en de manier waarop zij met elkaar praten en omgaan kan mij al veel vertellen over de opvoedstijl die thuis gehanteerd wordt. Luisteren naar elkaar en elkaar laten uitpraten is er daar eentje van. Maar ook: hoe is het gedrag van het kind of de kinderen in de spreekkamer? Wat mij betreft zijn daarin 2 opties als het gaat om een kind in de onderbouw van de basisschool (tot en met 8 jaar). Het kind mag mee aan de tafel zitten naast de ouder, maar mag ook zelf spelen in een ‘kinderhoekje’ met speelgoed en boekjes dat in de spreekkamer aanwezig is.
 
Soms breken kinderen de spreekkamer zo ongeveer af. Speelgoed wordt over de vloer gekieperd, er wordt geschreeuwd, en ook gaan kinderen soms over op spelen met wat niet voor hen bedoeld is: lichtknopjes, onderzoekstafels, patiëntenfolders, de weegschaal. Hoe de ouder hiermee omgaat, vertelt mij ook iets over hoe het er bij hen thuis aan toe gaat. Corrigeert de ouder het kind? Door te praten of te schreeuwen? Luistert het kind hiernaar, gaat het de discussie aan of luistert het totaal niet? Als ik adviseer over gezonde voeding, maakt de ouder daar aantekeningen van, luistert de ouder actief door dieper op het onderwerp in te gaan, of zegt de ouder domweg tegen het kind: luister jij nou goed naar wat die mevrouw zegt?!
 
Voeding en opvoeding liggen dicht bij elkaar. Regels, duidelijkheid, structuur, regelmaat, het geven van het goede voorbeeld, samen met het hele gezin veranderen, zijn kernwaarden die in voeding maar ook in de gehele opvoeding belangrijk zijn. In welke mate ik dit nog moet uitleggen aan de ouder(s) op het spreekuur is heel wisselend, maar het helpt enorm als dat begrip er al is.

**********************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel de link dan met collega's, vrienden en kennissen op social media!