donderdag 14 februari 2013

Koolhydraten

Dat er steeds meer mensen zijn die geloven in het minder eten van koolhydraten, wordt me de laatste weken enorm duidelijk. Ik lees dat terug in kranten, ik zie er steeds meer boeken over verschijnen, en hoor het ook terug van mensen die op het spreekuur komen en van mensen in mijn omgeving. Koolhydraatarme diëten bestaan al een lange tijd. Denk aan het South Beach dieet en (iets dichter bij huis) aan het dr Frank dieet. Geen brood, aardappelen, rijst of pasta.
Het Voedingscentrum adviseert om 55 % van de totale hoeveelheid energie (calorieën) die we dagelijks eten, te laten komen uit koolhydraten omdat het een belangrijke energiebron is. De adviezen die wij geven op het spreekuur, zijn een vertaalslag hiervan. We adviseren mensen om deze koolhydraten zoveel mogelijk te gebruiken in de vorm van volkoren graanprodukten, fruit en zuivel. Daarnaast is het dan van belang de geraffineerde koolhydraten zoveel  mogelijk te beperken. Dat is bijvoorbeeld de suiker uit de suikerpot, witbrood, frisdranken, vruchtensappen, koek, chocolade, candybars en gebak, chips en snacks.
Nu las ik laatst een artikel in New York Times over het weglaten van gluten uit de voeding (Gluten-Frre, Wether You Need It or Not). Gluten zijn een onderdeel van granen die zorgen voor structuur. Ze zitten bijvoorbeeld in rogge, tarwe, haver en gerst. Dit zijn ook de meest gebruikte granen in brood, beschuit, crackers, roggebrood, ontbijtkoek, maar ook in koekjes, veelgebruikte tussendoortjes zoals liga koeken, sultana’s, kinderkoekjes, eierkoeken en gebak. In het artikel uit de NY Times werd beschreven dat er náást de mensen met coeliaki (gluten-allergie, waarvan we weten dat mensen de gluten niet kunnen verdragen en er duidelijk klachten van krijgen) ook mensen zijn die gevoelig zijn voor gluten, en die zeggen zich enorm veel beter en gezonder te voelen als ze geen gluten eten. Hoe dat werkt, en wat dit dan voor een ziekte is, dat is niet duidelijk. Sommigen zien de gluten-vrije diëten als een hype, zoals die er altijd zijn in de dieetwereld. Artsen zeggen dat het niet duidelijk is hoeveel mensen deze gluten-gevoeligeid hebben, maar grotendeels ermee eens zijn dat er een ziekte bestaat die gerelateerd is aan gluten, en die niet hetzelfde is als coeliaki. Zij zeggen ook dat het glutenvrije dieet geen gezondere voeding is voor mensen die het niet nodig hebben. Deze mensen die dit zonder lichamelijke reden volgen, doen mee aan een hype.
Dan hoor ik de laatste tijd steeds meer over Paleolitisch eten. Dat is eten zoals onze voorvaderen van duizenden jaren geleden dat deden. Binnen deze denkwijze passen de voedingsmiddelen die we aten toen we ons eten nog blij elkaar kregen door de jagen en verzamelen. Denk hierbij aan vlees, vis, noten, zaden, pitten, groenten, knollen en fruit. Ook een vorm van een koolhydraatarm dieet.
Al deze inzichten zijn verschillend, maar hebben wel een ding met elkaar gemeen: ze maken dat we bewust bezig zijn met kiezen, kopen, koken en eten. En dan niet alleen wat we eten, maar ook hoeveel we eten. Dat vind ik een goede ontwikkeling.