donderdag 31 januari 2013

Chocolade

Twee weken geleden was ik met vriendinnen een weekend naar Brussel. Nu staat België natuurlijk welbekend om de heerlijke chocolade, maar de hoeveelheid winkels waar chocolade werd verkocht, bonbonzaken en patisserieën was werkelijk overweldigend. Etalages met prachtige chocolade kunstwerken, handgemaakte bonbons en lonkende stukken chocolade lokten ons naar binnen. Nu was het ook nog waanzinnig koud dat weekend, dus voor ons geen straf om hier en daar naar binnen te gaan en ons te vergapen aan al die chocoladepracht. Heerlijk ook om een beker warme chocolademelk te gaan drinken.
Chocolade heeft voor veel mensen een streepje voor op andere zoetigheden. Gedacht wordt dat dat deels komt doordat het smeltpunt van chocolade net onder onze lichaamstemperatuur ligt, waardoor het smelt in de mond. We eten op veel manieren onze chocolade: in de vorm van repen, bonbons, snoep, op brood als hagelslag of chocoladepasta en als chocolademelk of chocolade ijs.
Ik herinner me nog hoe heerlijk ik het vond om als kind Sjakie en de chocoladefabriek te lezen. Roald Dahl beschreef alles in het boek zo beeldend  dat je bijna alles kon mee ruiken en meeproeven. De fonteinen! De chocolade grassprietjes! En later om te kijken naar de film Chocolat met Juliette Binoche en Johnny Depp, waarin zij een chocoladewinkel / bonbonnerie begint in een conservatief stadje en langzaam iedereen verleidt met haar heerlijkheden. Haar gave is om bij haar klanten te bespeuren welke soort chocolade zijn favoriet is.
Omdat chocolade zo geliefd is, maar natuurlijk ook bekend staat als ongezond, zijn er ook altijd mensen die allerlei theorieën hebben en graag geloven dat het juist heel gezond is om te eten. Dat zou komen door de flavonoïden. Dit zijn anti-oxidanten die ook voorkomen in fruit, groenten, noten, thee en wijn. Ze hebben een gunstige werking op bloeddruk en bloedvaten. Maar voor de gunstige werking van deze flavonoïden denk ik dat het een beter idee is om die op te doen uit groenten, fruit en thee. Want behalve flavonoïden bevat chocolade ook veel verzadigde vetten en die hebben juist weer ongunstig effect op hart- en bloedvaten.  Ook wordt wel gedacht dat pure chocolade veel gezonder is dan melkchocolade. Dat is niet zo. 100 gram pure chocolade bevat 540 calorieën en 100 gram melkchocolade bevat 546 calorieën en beiden bevatten 33 gram vet. Dit geldt overigens ook voor de extra pure chocolade met 72% cacao. Het minimale verschil in calorieën tussen melk en puur wordt veroorzaakt door een theelepel suiker méér in de melkchocolade.
In Vogue las ik laatst een feit waar ik zelf nooit zo over had nagedacht. In het artikel werden delicatessen beschreven. Daarbij werd genoemd dat aan het meest luxe eten en drinken vaak een behoorlijk prijskaartje hangt. Denk hierbij aan oesters, kaviaar, truffels en champagne. De schrijver van het artikel voegde aan het rijtje van heerlijkheden zelfgemaakte chocolademelk toe. Want zelfs met de beste kwaliteit chocolade en het gebruik van verse melk is chocolademelk nog steeds heel  toegankelijk en betaalbaar voor iedereen. Fijne gedachte, zo in het winterseizoen.

donderdag 24 januari 2013

Buikpijn

Op mijn spreekuur komt een jonge vrouw. Ze is doorverwezen naar mij door haar huisarts. Ze is begin 20 en vertelt dat ze last heeft van darmklachten. Rommelende darmen, darmkrampen, buikpijn, onregelmatige stoelgang. Soms heeft ze last van obstipatie, dan weer van diarree. Ik vraag haar hoe lang ze hiervan al last heeft. Eigenlijk, zegt ze, heeft ze dit al jaren. Maar omdat het komt en gaat, leek het haar nooit echt nodig om hiervoor naar de huisarts te gaan. Perioden dat het slecht gaat en de klachten erg aanwezig zijn, worden afgewisseld met perioden dat het prima gaat. Maar wat maakte dan dat ze toch de stap naar de huisarts heeft gezet? Ze zegt dat ze inmiddels méér en vaker klachten is gaan krijgen en dat ze het gevoel heeft dat dat toch niet normaal is. Ook zijn er situaties heel vervelend om buikpijn, darmkrampen en diarree te hebben. Bijvoorbeeld op het werk, of bij een avond uit.
Ik leg haar uit dat er verschillende oorzaken kunnen zijn van deze darmklachten en dat het vaak een combinatie is van oorzaken bij een persoon waardoor die klachten ontstaan. Door samen met haar het rijtje door te nemen, kunnen we dingen aanvinken als aandachtspunt of wegstrepen. Dat maakt het overzichtelijk voor ons beiden. Daarna kan zij dan met een gericht dieetadvies de deur uit om te proberen of de klachten verminderen. Zij zegt dat ze dat goed vindt.
Ik vraag haar hoe haar dag eruit ziet. Wat doet ze voor werk, hoe gaat ze er naar toe, eet ze ’s morgens voordat ze de deur uit gaat? En hoe gaat het op het werk, neemt ze eten mee van huis, of eet ze op het werk tijdens de lunch? Neemt ze tijd om te eten? Zijn er vaste pauzes waarin zij eet? Heeft ze een stressvolle baan? En hoe zit het met drinken, hoe vaak neemt ze een glas, beker, kopje drinken? En na het werk? Hoe gaat het avondeten, wat kiest en kookt ze? Heeft ze dingen die ze leuk vindt om te doen als ze niet werkt? Doet ze aan sport?
Tijdens ons gesprek komt naar voren dat ze weinig tijd neemt om te eten. Ze is vaak gehaast. Eet soms een ontbijt, maar slaat het ook wel over. Op het werk neemt ze geen echte pauzes, maar eet wat crackertjes, fruit en sultana’s tussen de bedrijven door. Koopt soms een broodje in de kantine van het werk, maar eet het vaak achter de computer op. Ze drinkt veel water en thee. Ze vindt het wel leuk om te sporten, ontspannend ook, maar vaak komt het er niet van.
Samen maken we in de loop van de komende weken een plan: ze gaat 3 vaste maaltijden per dag eten. Ontbijt, lunch en een warme maaltijd. Voor het ontbijt bedenken we een aantal snelle, vezelrijke mogelijkheden, die ze ook bij haast nog kan eten. Ze gaat voortaan volkoren boterhammen meenemen naar het werk voor de lunch. De crackertjes en koeken neemt ze daardoor een stuk minder vaak. En ze gaat tijd maken om twee keer per week te gaan sporten.
Twee maanden later, we hebben inmiddels 3 gesprekken gehad, komt ze voor de laatste keer terug op het spreekuur. Het gaat heel goed met haar. De klachten zijn nagenoeg verdwenen. Weer zegt ze dat ze nooit had gedacht dat wat en wanneer ze at, zo ontzettend veel invloed zou hebben op de klachten. Ze is blij dat ze de stap heeft gezet om er wat aan te gaan doen. We sluiten de dieetbehandeling af.

donderdag 17 januari 2013

Diabetes type 3?

In The New York Times lees ik een stuk over de ziekte van Alzheimer, en waarom deze ziekte ook wel diabetes type 3 genoemd kan worden. Dr Suzanne DeLaMonte is neuropatholoog aan Brown University. Zij heeft met haar onderzoek de link tussen diabetes, Alzheimer en insuline duidelijker kunnen maken.
Het werkt als volgt. Bij gezonde mensen zonder diabetes, maakt het lichaam insuline aan als er glucose (suikers en koolhydraten uit de voeding) in het bloed komt. De insuline zorgt ervoor dat de glucose, ofwel onze energie, wordt opgenomen in de cellen waardoor we die energie kunnen gebruiken. Die cellen zitten overal in het lichaam: spieren, organen, hersenen.
De meeste mensen die diabetes hebben, hebben diabetes type 2 (90% van de mensen in Nederland met diabetes, heeft type 2). Bij hen komt het erop neer dat de cellen van het lichaam ongevoelig / resistent worden voor insuline. In een poging om de cellen aan te moedigen toch insuline op te nemen, gaat de alvleesklier nóg meer insuline aanmaken. Mensen met diabetes type 2 hebben dus meer insuline in hun bloed, maar de cellen reageren er niet meer op. De grote hoeveelheid insuline in het bloed beschadigt de kleine bloedvaten in de hersenen. Dit leidt uiteindelijk tot slechte bloedcirculatie in de hersenen. Deels is dit een verklaring voor het feit dat diabetes type 2 de hersenen schade ondervinden. Bij de ziekte van Alzheimer worden de hersenen resistent tegen insuline, met name de delen die te maken hebben met geheugen en persoonlijkheid. Kortom, hierdoor ontstaat de ziekte van Alzheimer.
Al meer dan 100 jaar geleden werd ontdekt dat een vreemde vorm van eiwitten, genaamd beta amyloid plaques, de plaats innam van de gewone hersencellen. Hoe die eiwitten daar kwamen, was een raadsel. Maar wat nu duidelijk wordt, is dat een tekort aan insuline in de cellen (ofwel insuline resistentie!) een rol speelt bij het vormen van deze plaques.
De onderzoekers van Brown University ontdekten dat veel mensen met diabetes type 2 in hun alvleesklier ophopingen hebben van beta amyloid plaques. Deze zijn vergelijkbaar met de eiwitophopingen die worden gevonden in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer.
In veel opzichten is de ziekte van Alzheimer een vorm van diabetes in de hersenen. Zelfs in het vroegste stadium van de ziekte is het vermogen van de hersenen om suiker te metaboliseren verminderd. Normaal speelt insuline een grote rol bij het helpen van de hersenen bij de opname van glucose uit het bloed. Maar bij de ziekte van Alzheimer, werkt de insuline in de hersenen niet goed.  Er is sprake van resistentie. Als gevolg daarvan sterven de hersencellen door het tekort aan energie (glucose).
Mensen met insuline resistentie, met name mensen met  diabetes type 2, hebben een verhoogd risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer. Dit risico wordt geschat op 50-65% hoger dan bij gezonde mensen.
Dit nieuws betekent dat gezond eten, afvallen en veel bewegen niet alleen zorgen voor preventie van het ontstaan van diabetes, maar ook van neurodegeneratieve ziekten als Alzheimer. In 2011 hadden in  Nederland 1 miljoen mensen diabetes. Elk jaar komen er 71.000 diabetespatienten bij. Zo’n 250.000 mensen weet van zichzelf niet dat zij diabetes hebben.

donderdag 10 januari 2013

Superfood

Gisterenochtend kwam ik thuis na het sporten en ik ging met koffie en een schaaltje havermout aan tafel zitten om de krant te lezen. In de Volkskrant stond een reeks artikelen over superfoods. Eten dat ons gezonder maakt, waar we langer door kunnen leven en waar we ook nog eens een tikje slanker van kunnen worden. Kortom, een nieuw soort diëten.

In het artikel werden 3 nieuwe diëten besproken, die allemaal hun eigen richtlijnen hadden om ultieme gezondheid en verlengde levensduur te bereiken. Deze richtlijnen bleken zo ongeveer lijnrecht op elkaar te staan. Wat in het ene dieet een absolute must was, werd in het andere dieet als grote boosdoener gezien. Werd ik er vooralsnog blij van dat ik aan de havermout zat terwijl ik las over De Voedselzandloper waarin havermout de hemel in werd geprezen, kwam ik daarna aan bij het tweede dieet OERsterk, waarin staat dat granen (dus ook haver) en koemelk gemeden dient te worden. Als derde werd het nieuwe boek van Ivan Wolffers besproken, aan de hand van een interview. Hij vertelt dat gezond eten en lang leven vooral te maken hebben met gematigdheid. Mensen moeten minder eten. Zo worden ze gezonder en leven ze langer.

Ik hang het meest de theorie aan van Wolffers. Wat hij zegt, heeft duidelijk een punt. Minder eten. Natuurlijk vooral van de ongezonde produkten: koek, snoep, chocolade, gebak, fastfood, gefrituurd eten, vetrijk eten en suikerrijke dranken. Deze boodschap geven we al zo lang mee op het dieetspreekuur. Daarnaast zijn er ook al jaren allemaal spannende, innovatieve, resultaatgerichte diëten die al dan niet een hype worden (denk aan Montignac, Sonja Bakker, South Beach dieet, …. noem maar op). Toch heeft bijna de helft van alle volwassen Nederlanders, te weten 48% overgewicht.

Sinds 1980 is het aantal mensen met overgewicht in Nederland letterlijk verdubbeld. Aan het begin van een nieuw jaar willen mensen vaak een nieuwe start maken. Goede voornemens, de neus weer richting het voorjaar, maakt dat mensen toch weer een afvalpoging willen doen, een dieet willen volgen om af te vallen. Als er al zoveel diëten bestaan, en tóch worden mensen steeds zwaarder en zwaarder, zou je zeggen dat we daar wel een les uit zouden kunnen trekken. Diëten om af te slanken werken niet. Althans, niet op lange termijn.

En als we die nieuwe diëten nu dan niet willen volgen om af te vallen maar om gezonder en langer te leven? Over het langer leven zegt Ivan Wolffers: ‘al ruim 130 jaar worden we elk jaar ouder en de gemiddelde levensverwachting zal nog wel een tijdje doorstijgen [..]. We leven ook steeds ongezonder en worden daarmee ongezonder, tegelijk zijn we steeds beter in staat met allerlei chronische aandoeningen om te gaan’.

Terug naar mijn werk en het praktisch toepassen van het uitbrengen van de boodschap om gezonder eten. Het is op het dieetspreekuur al zo moeilijk om dat over te brengen, om mensen te ondersteunen in gedragsverandering. En kijkend naar wat mensen eten, hoeveel mensen eten, wanneer en met welke redenen, dan denk ik een simpele, eenduidige boodschap ons veel meer oplevert in de strijd tegen overgewicht dan al deze nieuwe diëten die elkaar zo tegenspreken.

donderdag 3 januari 2013

Goede voornemens

Begin januari, een frisse nieuwe  start. Daar horen voor veel mensen goede voornemens bij. Kijkend en vergelijkend naar alle rijtjes van goede voornemens die ik zo in de kranten, de tijdschriften en op het internet tegenkom, dan zie ik dat overal met stip op nummer 1 staat: afvallen en meer bewegen, een gezondere leefstijl.
Ook zie ik in de rijtjes opvallend vaak: meer tijd willen doorbrengen met partner, gezin, kinderen en vrienden. Mensen hadden daarvoor ook al plannen gemaakt hoe zij dit kunnen gaan bewerkstelligen. Zij zijn van plan om vaker samen aan tafel te eten, en vaker de televisie uit te zetten.
Grappig is, dat door deze manier te gebruiken om méér tijd samen door te brengen, de eerstgenoemde voornemens ook gehaald kunnen worden. Gezonder eten lukt namelijk ook beter als je samen eet. Recent onderzoek van de Universiteit van Leeds toonde aan dat kinderen meer groenten en fruit eten als zij dit regelmatig samen met hun gezin doen. (Klik hier om naar een samenvatting van het onderzoek te gaan). Kinderen die altijd met hun ouders aan tafel eten, bleken meer groenten en fruit te eten, namelijk ongeveer 125 gram meer dan kinderen die nooit samen met hun ouders een maaltijd eten. Kinderen die af en toe met hun hele gezin aan tafel eten, gebruiken nog steeds ongeveer 95 gram groenten en fruit per dag meer dan kinderen die nooit samen met het gezin eten. Ook hielp het als de ouders de groenten en het fruit voor hun kinderen in stukjes sneden, dan werd er meer van gegeten. In het onderzoek werd gezien dat als  kinderen hun ouders groenten zagen eten, dat zij dat beter gingen eten. Goed voorbeeld doet volgen. Denk hierbij aan het na-aapje van van de Campagne ‘Geef jij ook jouw na-aapje het gezonde voorbeeld?’ van het Voedingscentrum. (meer hierover weten? klik dan hier).
Daarnaast, door de televisie vaker of eerder uit te zetten, en andere activiteiten te ondernemen (alleen of ook met het hele gezin) wordt de energieverbranding hoger en dat is ten gunste van een gezond gewicht. Je hoeft je hierbij geen waanzinnig sportieve plaatjes van gezinnen voor de geest te halen. Alleen al door geen televisie te kijken maar te gaan (voor)lezen, verbrand je al meer calorieën.
Het voornemen om gezonder te gaan eten, wordt ondersteund door veranderingen in de pakketten van de ziektekostenverzekeraars. Dieetadvisering is sinds 1 januari 2013 weer terug in de basisverzekering. Dit betekent dat iedereen recht heeft op 3 uur dieetbehandeling. Als je daarnaast nog een aanvullende verzekering hebt, dan krijg je mogelijk nog meer behandeluren door de verzekeraar vergoed.